Ik voel me zo anders! Verschillende verhalen.

Anders zijn. Voor sommige jongeren voelt het goed om ‘origineel’ te zijn, maar voor de meesten is het erg zwaar om zich buitengesloten te voelen of hebben er vroeger last van gehad. De grootste frustratie is dat je er namelijk niks aan kunt doen. Je bent bijvoorbeeld veel kleiner dan de rest van de groep, je mag door een allergie dingen niet eten of je bent veel slimmer dan de rest, waardoor je altijd als eerste klaar bent. Tegenwoordig kun je op steeds meer manieren anders zijn of je anders voelen. Voor alles komt er namelijk een naam. Ik heb een aantal jongeren geïnterviewd over hun ‘ding’ waardoor zij zich vroeger wel eens anders dan anderen voelden en hoe ze van dat nare gevoel af zijn gekomen.

Julian (16), Dyslexie

“Toen ik in groep 6 of 7 zat, kwam ik erachter dat ik dyslexie had. Mijn vader dacht al dat ik het had, want het zit wel in onze familie. Voordat ik ‘officieel’ wist dat ik dyslexie had, voelde ik me wel een beetje anders. Ik werkte namelijk minder snel dan de anderen, omdat de letters gewoon niet binnenkwamen. Het hielp wel om te weten waardoor het kwam, maar ik moest nog steeds enorm mijn best doen om mee te komen met de rest. Voor mij hielp het om een paar dingen te bedenken: ik hoef nu niet meer te stressen over te weinig tijd op een toets, want ik mag vaak vragen overslaan. En als ik hetzelfde cijfer als een vriend, zonder dyslexie, heb. Dan bedenk ik dat ik er toch wel wat meer moeite voor heb moeten doen, dus dat  ik echt wel trots mag zijn.”

Marijn (15), Allergisch voor gluten, suiker en lactose

“We hadden lootjes getrokken voor Sinterklaas in groep acht en het meisje dat mij had getrokken, had allemaal snoep gekocht. Het was echt sneu, want ik kwam er de dag voordat we de cadeautjes hadden gekregen achter dat ik allergisch was voor suiker. Toen we in de klas de cadeautjes gingen uitpakken, kregen natuurlijk vet veel mensen snoep en chocola in hun surprise. Van de juf mochten we in de pauze ervan eten, alleen mocht ik het niet eten van de dokter. Ik voelde me toen echt buitengesloten en iedereen had medelijden, waardoor ik me nog slechter voelde. Ik wou me gewoon normaal voelen, en dat medelijden hielp daar niet echt mee. Nu zijn er gelukkig heel veel vervangers die ik wel mag eten. Dus als ik met vrienden afspreek, zit ik er niet zielig naast, maar kan ik gewoon mee eten.”

Cris (12) Hormoon tekort

“Ik was altijd al kleiner en dunner dan de rest. Omdat we ons echt zorgen gingen maken, gingen we naar het ziekenhuis voor een MRI. Het bleek dat ik een te kleine hypofyse had. De hypofyse maakt de hormonen aan en bij mij maakte hij niet genoeg. Dat betekende dat er ook te weinig groeihormoon aan werd gemaakt. Ik moest dus elke avond gaan prikken. Ook nam ik drankjes die ervoor zorgden dat ik genoeg calorieën binnen kreeg. Ik vond het erg naar om steeds naar de dokter te moeten voor controles. Omdat het allemaal wel moeilijk in elkaar zit, had ik vaak ook geen zin om het uit te leggen. Veel kinderen uit mijn klas wisten dus ook niet echt wat er aan de hand was. Op kamp moest ik vaak uit het zwembad worden gehaald om mijn drankjes, pilletjes of prik te nemen. Toen voelde ik me wel echt anders. Ik wou blijven meedoen en niet als een zielige patiënt telkens weg worden gehaald. Nu ben ik wel steeds meer gewend aan het dagelijkse prikken. Ik bedenk gewoon dat het prikken maar kort duurt en dat ik er dan weer vanaf ben. Ook hielp het voor me om andere kinderen op te zoeken die hetzelfde hadden als ik, zodat ik me minder alleen voelde.”

In jouw regio

Sommige delen van deze website verschillen per regio. Selecteer de GGD bij jou in de buurt zodat wij jou lokale tips en links kunnen tonen.

Selecteer de GGD in jouw regio

Gerelateerd

Wil je reageren?

Om het reactieformulier te kunnen tonen, moeten we cookies van derden plaatsen (reCAPTCHA). Als je dit toestaat, klik dan op het kruisje in de boodschap bovenaan de pagina, en druk op F5 om de pagina te verversen.